Copyleft aan kinderen uitgelegd
Ons denken van misvattingen bevrijden

door Wu Ming 1, Il Mucchio selvaggio #526, 25 maart 2003

'Maar... als iedereen uw boeken mag kopiëren zonder ze te kopen, hoe kunt u dan zelf in uw levensonderhoud voorzien?'
Deze vraag wordt ons vaak gesteld en gaat meestal vergezeld van de volgende opmerking: 'Copyright is noodzakelijk, het werk van een auteur moet worden beschermd!'
Dergelijke uitspraken tonen aan hoe veel rook en zand de heersende cultuur (gebaseerd op het eigendomsprincipe) en de amusementsindustrie in de ogen van het publiek heeft weten te blazen. Met het oog op de rechten van auteurs en het geestelijk eigendom worden de media en wijzelf nog verblind door een ideologie die slechts verwarring schept, hoewel de betreffende denkwijze dank zij de wederopstanding van allerlei bewegingen en door de aanhoudende veranderingen aan een crisis onderhevig is. Alleen bloedzuigers en parasieten profiteren van een opvatting waarin 'copyright' wordt verward met 'de rechten van auteurs' en tegen 'piraterij' wordt afgezet. Dit is ver bezijden de waarheid.
De boeken die door het Wu Ming-collectief worden gepubliceerd bevatten een specifieke mededeling: 'Gedeeltelijke of gehele reproductie van dit boek, in elektronische of enige andere vorm, is toegestaan voor niet-commercieel gebruik, mits de oorspronkelijke copyright-vermelding en deze mededeling erin zijn opgenomen en de uitgever en bron duidelijk vermeld staan.' Deze boodschap is gebaseerd op het 'copyleft'-concept dat in 1980 door Richard Stallman en de Free Software Movement werd geïntroduceerd en tevens wordt toegepast op andere gebieden van communicatie, wetenschappelijke informatie en kunst.

'Copyleft' is een onvertaalbare woordspeling die een filosofie insluit en een reeks specifieke permissies. De eerste was de gpl [gnu Public License], ontwikkeld om vrij toegankelijke software te beschermen en te voorkomen dat andere partijen (een willekeurig voorbeeld: Microsoft) zich het werk van onafhankelijke gemeenschappen van gebruikers en programmeurs toe-eigenen. Voor hen die er niet van op de hoogte zijn: de broncode van vrij toegankelijke software is vrij toegankelijk en kan door een gebruiker worden bekeken, gewijzigd en verbeterd, hetzij individueel, hetzij in samenwerking met anderen.
Zou de vrij toegankelijke software zonder meer voor iedereen beschikbaar zijn gebleven, dan was die programmatuur vroeg of laat in de greep van commerciële uitbaters gevallen. De oplossing was een draai te geven aan het copyright: wat eerst een obstakel was voor de vrije reproductie werd er nu de belangrijkste waarborg voor. In gewone woorden: ik verwerf het copyright op mijn werk, zodat ik er de eigenaar van ben - vervolgens sta ik anderen toe mijn werk op elke gewenste wijze te gebruiken: ze kunnen het kopiëren, veranderen en verspreiden. Maar wat ze niet kunnen doen is anderen verbieden hetzelfde te doen, dat wil zeggen, niemand mag zich het werk toe-eigenen en de verspreiding ervan beperken, niemand mag er copyright op laten gelden omdat iemand dat al gedaan heeft - de rechten behoren mij immers toe, zodat ík de overtreder dus in de pan kan hakken.
Iemand die geen geld heeft om een boek van Wu Ming aan te schaffen of eerst wil weten of het wel de moeite waard is, mag het kopiëren of scannen of vrijelijk van onze website www.wumingfoundation.com downloaden. Omdat die kopie niet wordt gemaakt met de bedoeling er geld aan te verdienen, hebben wij daar geen problemen mee. Echter, wanneer een buitenlandse uitgever een vertaling op de markt wil brengen, of iemand het wil verfilmen, dan is dat een reproductie met de bedoeling er geld aan te verdienen, en dat betekent dat die mensen contact met ons op moeten nemen en voor het product zullen moeten betalen, want er is niets mis mee dat ook wij winst willen maken. Wij hebben het boek immers geschreven.
Nu terug naar de vraag: moeten wij er geen geld op toeleggen?
Nee, dat hoeven we niet. Er komen steeds meer voorbeelden die de bewering weerleggen dat 'piraterij' gelijk is aan verkoopdaling. Anders had de Italiaanse editie van onze roman Q, die vanaf het jaar 2000 gratis kan worden gedownload, geen twaalf herdrukken gehad en waren er geen 200 000 exemplaren van verkocht. Het is een feit dat hoe meer een boek zich verspreidt, des te meer exemplaren ervan worden verkocht. (Zelfs in een land dat geobsedeerd is door het geestelijk eigendom, de vs van a, worden belangwekkende ervaringen opgedaan.)
Het volstaat uit te leggen wat er met onze boeken gebeurt: mensen maken verbinding met onze website en downloaden een roman, bij voorbeeld 54. Als ze dat op kantoor of op school doen, kunnen ze het boek zelfs uitprinten. Als ze het lezen en ze vinden het een goed boek, dan is het niet denkbeeldig dat ze het iemand anders cadeau willen doen. Niemand geeft een vriend een stapel a4-tjes, dus gaan ze naar de boekhandel om een exemplaar te kopen. Op dat moment ontstaat er een nieuwe vergelijking: één vrij verkregen exemplaar = één verkocht exemplaar. Sommige mensen stuurden ons een e-mail waarin ze schreven dat ze zes of zeven exemplaren hadden gekocht die ze anderen cadeau deden. Eén vrij verkregen exemplaar = diverse verkochte exemplaren. Zelfs degenen die geen geld hebben voor cadeautjes prijzen het boek toch aan bij anderen en vroeg of laat is er iemand die de tip opvolgt en een exemplaar aanschaft of downloadt. En mensen die een bepaald boek maar niks vinden, blijven in elk geval niet met het gevoel zitten dat ze bekocht zijn.
Op die manier, zoals dat ook gebeurt met vrij toegankelijke software, waarvan de broncode vrij toegankelijk is, zijn wij in staat tegemoet te komen aan de wens auteurs voor hun werk te belonen met de garantie dat het vrij wordt verspreid en voor iedereen beschikbaar komt.
De meeste uitgevers zijn zich nog niet bewust van deze situatie en zijn nog altijd zeer behoudend als het om copyright gaat. De redenen voor die kortzichtigheid zijn veeleer ideologisch dan economisch. Wij geloven dat uitgevers op het punt staan te ontwaken. Anders dan de muziekindustrie wordt de letterenindustrie niet met uitsterven bedreigd, omdat deze zich in een heel andere context beweegt. Uitgevers zijn nog niet helemaal van lotje getikt en stellen zich niet stijfkoppig teweer tegen de grote revolutie die de beschikbaarheid van reproductietechnologieën 'democratiseert'. Tot voor enkele jaren beschikten alleen opnamestudio's over de mogelijkheid cd's te branden, tegenwoordig kunnen we dat allemaal thuis. En hoe zit het met het peer-to-peer uitwisselen van bestanden? Met het oog op de onomkeerbaarheid van die ontwikkeling is de huidige wetgeving aangaande het geestelijk eigendom achterhaald en in verval geraakt.
Toen het copyright ongeveer drie eeuwen geleden werd uitgevonden, was er geen mogelijkheid voor een 'privé-kopie' of een 'reproductie voor niet-commerciële doeleinden': alleen een concurrerende uitgever had de beschikking over een drukpers. Copyright werd niet als asociaal beschouwd maar als een middel dat een uitgever had om zich tegen concurrenten te beschermen, niet tegen het publiek. Die situatie is nu drastisch veranderd: het publiek beschikt over de productiemiddelen (computers, kopieerapparaten enzovoorts) en daarmee is het copyright een wapen geworden waarmee op de burgerbevolking wordt geschoten.
Er valt nog veel meer over dit onderwerp te zeggen, maar waar het om gaat is dit: alle kennis is een gemeenschappelijk product. Alle ideeën zijn direct of indirect gevormd door de sociale verhoudingen en gemeenschappen waar we deel van uitmaken. Als de oorsprong van de kennis de gemeenschap is, dan dient het gebruik ervan gemeenschappelijk te blijven. Dat is echter een lang verhaal. Ik hoop mezelf duidelijk te hebben gemaakt. Voor meer informatie: wu_ming@wumingfoundation.com

© Richard Kruis 2003 for Uitgeverij Vassallucci
The partial or total reproduction of this text, in electronic form or otherwise, is consented to for non-commercial purposes,
provided that the original copyright notice and this notice are included and the source is clearly acknowledged.


Omnia sunt communia
Main Menu