/Giap/digest #21 - Over de strijd om het copyright - 26 juli 2003

De volgende tekst is op 1 juli 2003 geschreven en verschenen op Giap #8, vierde reeks, 15 juli 2003. Voor de komende weken hebben de riaa en een kliek republikeinse sufkoppen verdere maatregelen aangekondigd tegen het uitwisselen van bestanden en tegen de 'piraterij' - mogelijk wordt het de hevigste bliksemoorlog tot nog toe.
Desondanks geloven wij dat de 'shock & awe'-strategie van de muziekindustrie tot mislukken is gedoemd, ongeacht het aantal slachtoffers op de korte termijn. De guerrillastrijd is een bestendige ijzeren staaf in het wiel van de commerciële oorlogsmachine en de collectieve geest is al werkzaam op uitwisselingsplatforms die nog veiliger zijn. 'Piraterij' is een gangbare activiteit die al stevig verankerd is in hedendaagse gedragspatronen. De bazen van de commerciële amusementsindustrie begrijpen het niet. Natuurlijk begrijpen ze het niet: ze zijn immers al enige tijd hersendood. Hoe dichter ze in de buurt komen van de grote afvalbak van de geschiedenis, des te bedwelmder raken ze door de stank.

Lawrence of Arabia: over de strijd tegen het copyright

door Wu Ming 1, 07-01-2003

Enkele maanden geleden gaf Stampa Alternativa een nieuw boekje uit in hun reeks 'Gli Euro' (de euro's: elk boekje kost precies één euro). Het betreft een eenvoudige, vlot geschreven tekst over de guerrillaoorlog van de hand van Sir Thomas Edward Lawrence (1888-1935, beter bekend als 'Lawrence of Arabia') voor de veertiende editie van de Encyclopædia Britannica (voor het eerst uitgegeven in 1929). De betreffende tekst van Lawrence is zowel accuraat als beeldend en dringt door tot de kern van de zaak door de aandacht te richten op de Arabische opstand tegen de Turken (1916-1918), waar Lawrence zelf namens het Britse Rijk bij betrokken was.
T.E. Lawrence was naar verluidt een avonturier, een held en een mythomaan. Hij heeft een volledig verslag van die opstand gegeven in The Seven Pillars of Wisdom, een monumentaal autobiografisch werk waarin hij zichzelf enige artistieke vrijheden veroorloofde.
Het euroboekje is een theoretische synthese van dat werk en zet de belangrijkste beginselen ervan op volstrekt heldere wijze uiteen.
Er is één element dat ik met name wil benadrukken: Science of Guerrilla Warfare werpt een nieuw licht op de huidige 'copyrightoorlogen', waarvan het Wu Ming-collectief al vele maanden verslag doet via Giap en het dagblad L'Unità.
Er wordt een echte guerrillaoorlog uitgevochten tegen het parasitaire kapitalisme en de achterhaalde regels die daaraan inherent zijn. Het is een guerrillaoorlog, omdat het aan alle voorwaarden voldoet die Lawrence opsomt. En dat is de reden waarom ondernemingen in de amusementsindustrie ondanks alle onderdrukking niet in staat zijn gebleken maatregelen te nemen. Politie-invallen, strengere wetgeving, tenlasteleggingen, psychologische terreur, aanklachten... Alles blijft zonder resultaat .
Wat door de gevestigde orde als 'piraterij' wordt aangemerkt is in feite een endemische praktijk die nooit voorgoed te elimineren is. Die 'piraterij' is zowel te wijten aan het beschikbaar komen van bepaalde productiemiddelen (zoals de mogelijkheid zelf cd's te branden) als aan de bij de consument aanwezige weerzin tegen kunstmatig opgedreven prijzen, buitensporige winsten, het verlies aan kwaliteit van de muziek die wél veel wordt uitgezonden, en alle juridische en technische obstakels die worden bedacht om het kopiëren van cd's tegen te gaan, zelfs als het gaat om het voor eigen gebruik branden van een reservekopie.
Wat de strategie en tactiek van de guerrillaoorlog betreft wijst Lawrence op drie factoren: een algebraïsche, een biologische en een psychologische.
De eerste factor laat de 'humaniteit' buiten beschouwing, omdat het daarbij gaat om het nauwgezet bepalen van het territorium dat wordt bezet en verdedigd, om geografische aspecten, het aantal strijders en de kwantiteit en kwaliteit van de beschikbare wapens.
Naar men zegt was het tijdens de analyse van deze factor dat Lawrence zijn beroemdste ingeving kreeg: 'Maar gesteld dat de Arabieren [in plaats van een leger te zijn dat onder herkenbare vlag ten strijde trekt] een invloed zouden zijn, onzichtbaar en onaantastbaar als een rondzwevend gas? Legers waren dan als planten, bewegingloos als geheel, stevig geworteld en tot de toppen gevoed via de lange stengels. De Arabieren kunnen een nevel zijn, door de wind gedreven naar waar het ze goeddunkt.'
De tweede factor betreft zowel de intuïtie en de voorstelling ('Negentig procent van de tactieken staat vast en wordt in boeken onderwezen: maar de resterende irrationele tien procent is als de ijsvogel die naar de overkant van de poel schiet, en daarop worden de generaals afgerekend') als de overlevingstactiek: een rechtstreekse confrontatie met de vijand dient vermeden te worden, de manschappen dienen zich toe te leggen op het saboteren van de infrastructuur (bruggen, spoorwegen, geschut) en bevoorradingskanalen.
Dat is omdat elk leven waardevol is: '[De mannen] vormden, omdat het partizanen waren, geen eenheden maar individuen, en een individueel slachtoffer is als een kiezelsteen die in het water wordt gegooid: die vormt slechts een geringe verstoring, maar de ringen van treurnis strekken zich naar alle kanten uit.'
De derde factor houdt verband met het moreel van de troepen, de stemmingen en het gevoel van de sympathiserende bevolking, en met de psychologische oorlog tegen de vijand. Lawrence doet een zeer verbeeldingsvolle en suggestieve uitspraak: 'Het Arabische leger was psychisch zo zwak dat het het metafysische wapen niet ongebruikt mocht laten wegroesten.'
Als hij nader op de details ingaat verklaart Lawrence dat 'bereik strategisch gezien van groter belang is dan kracht'. Het is veel beter overal verspreid te zitten en vele kleine aanvallen uit te voeren dan samen te ballen en één grote aanval te plaatsen. De tactiek van kleine bliksemaanvallen is veel doeltreffender dan de poging verder door te stoten in vijandelijk gebied.
Diversiteit en individuele acties moeten veeleer aangemoedigd dan verboden worden: diversiteit belemmert de activiteiten van de inlichtingendienst, en de individuele actie maakt de strijders tot 'een gunstige alliantie van opperbevelhebbers'.
Alles in overweging nemend stelt Lawrence dat een succesvolle guerrillastrijd een stevige basis vereist, een andersoortige vijand die, hoe machtig hij ook zijn mag, niet in staat is het hele territorium te controleren, een welwillende of in elk geval niet vijandig gezinde bevolking (het volstaat als 2% procent van de bevolking welwillend en 98% niet vijandig gezind is), en de rebellen moeten beschikken over snelheid, alomtegenwoordigheid en onafhankelijke bevoorradingskanalen.
De gevaarlijke schurk die wordt bevochten door de ondernemingen en de lobbyisten van het geestelijk eigendom voldoet aan alle genoemde voorwaarden.

1) De algebraïsche factor: 'piraterij' is een ongrijpbare vijand die zich verzamelt waar dat maar mogelijk is: gebruikers van Napster zochten toevlucht bij meer verfijnde peer-to-peer-platforms die moeilijker aan te pakken zijn, omdat ze zich buiten de jurisdictie van de vs bevinden.
De 'piraat' weet hoe hij zich door een gebied (internet) moet bewegen dat voortdurend verandert en is bij machte het gebied te 'lezen' op de wijze waarop Toeareg- en bedoeïenenstrijders een woestijn kunnen lezen. Aan een door de wind geteisterde zandvlakte weet een 'piraat' belangrijke informatie te ontfutselen, terwijl een vreemdeling slechts een door de wind geteisterde zandvlakte ziet.
Dat er een tegenspraak zou bestaan tussen metaforen die betrekking hebben op de scheepvaart ('piraterij') en op de woestijn is slechts schijn. Ook Lawrence trekt een parallel tussen zeeslagen en operaties in de woestijn: '[...] qua beweeglijkheid en alomtegenwoordigheid, en qua onafhankelijkheid van bases en communicatiekanalen [...]'.
In de 'woestijn van de piraten' is bereik belangrijker dan kracht: de praktijk van de alomtegenwoordigheid verbijstert de cultuurindustrie. Dank zij de specifieke kenmerken van peer-to-peer-platforms (decentralisatie, afstemming van aanbod en vraag, onvoorspelbaarheid van een economie gebaseerd op uitwisseling) zijn 'piraten' geen eenheden maar individuen.
Het feit dat ze zelfs als ze afzonderlijk 'vechten' gezamenlijk toe kunnen slaan, ieder vanuit zijn eigen kamer (een geleed leger, een 'gunstige alliantie van opperbevelhebbers'), maakt het beteugelen veel moeilijker [...en allesbehalve populair].

2) De menselijk/biologische factor: juist omdat 'piraten' zich door een gebied bewegen dat door aanhoudende innovaties wordt gekenmerkt, moeten ze op hun intuïtie en verbeeldingskracht vertrouwen. Bovendien is een rechtstreekse confrontatie met de vijand in deze zonderlinge oorlog onmogelijk. Sabotage is meer dan genoeg.

3) De psychologische factor: 'piraterij' is intussen duidelijk een massafenomeen, waarbij miljoenen mensen miljarden bestanden uitwisselen. Terwijl 'piraten' als vissen in de zee zijn, worden politiemensen en overheidsinstanties als lompe indringers beschouwd.
Er voltrekt zich een grote culturele verandering: vergeleken met de minimale verhouding zoals door Lawrence uiteengezet (2% - 98%), is de huidige kloof tussen de rebellen en de niet-vijandig gezinde bevolking veel kleiner. Daarenboven wordt de vijand beschouwd als een bezettingsmacht die de gemeenschappelijke cultuurcontreien binnendringt en inperkt, en is de vijand een vreemde mogendheid omdat hij vreemd is aan de logica van het web. Dit maakt de psychologische oorlogvoering eenvoudiger: zelfs de functionarissen van de Guardia di Finanza die leiding gaven aan de razzia's van afgelopen mei bleken tijdens interviews sceptisch en maakten een bijna deerniswekkende indruk.
Wat betreft de onafhankelijkheid van de aanvoerkanalen is het zo dat de indringer is aangewezen op meer informatie. 'Piraten' zijn autonoom omdat ze hun informatie verkrijgen van hetzelfde medium dat ze ook gebruiken om 'scheep te gaan': het internet.

Er worden vele pogingen ondernomen om zijn bevoorrading te dwarsbomen: technologische innovatie wordt gekaapt om belangrijke informatie te versleutelen en verborgen te houden, en het hele mediasysteem wordt gebruikt om de verordeningen van de muziekindustrie rond te bazuinen. Maar het duurt niet lang of de collectieve geest van het internet reikt de sleutels aan die de versleutelde informatie weer toegankelijk maakt (hoe je beveiligde cd's toch kunt kopiëren). Bovendien wordt er via internet ook informatie verspreid die de aanspraken van de indringers ridiculiseert.
Uiteindelijk stelt Lawrence dat 'de strijd niet fysiek [is] maar moreel'. Het is een feit dat een groot deel van de 'piraten' de strijd een onmiskenbare ethische waarde geven. Ze denken dat de horizontale aard van het internet en de weggeefeconomie verdedigd moeten worden en dat het privé-eigendom van populaire cultuuruitingen een tegenspraak inhoudt.
Lawrence eindigt zijn tekst met een waarschuwing die ondernemingen goed in hun oren zouden moeten knopen en de bazen ervan dient te overtuigen dat repressie geen oplossing biedt. De hele wetgeving op het vlak van het copyright moet op de helling. Het 'copyleft', de vrije beschikbaarheid, dient op alle niveaus te worden toegepast. De prijzen moeten omlaag. De geldstromen moeten worden omgeleid zodat ze niet rechtstreeks in de zakken van een of andere superster vloeien maar worden geïnvesteerd in kwaliteitsverbeteringen en betere platforms voor het online verkopen van producten.
Er vinden al vele experimenten plaats: denk aan de Creative Commons, ip Justice enzovoorts. De bazen moeten in contact treden met deze groepen voor het te laat is.
Hier volgt Lawrence's laatste waarschuwing:

'Dank zij zijn mobiliteit, zijn veiligheid (door de vijand zijn doelen te ontzeggen), zijn tijd en zijn doctrine (de aanpak elk onderwerp te baseren op welwillendheid), zal de overwinning aan de opstandeling zijn, want de algebraïsche factoren zijn uiteindelijk bepalend en het is tamelijk uitzichtloos de strijd aan te binden met een vijand die in alle opzichten zo volmaakt is.'

© Richard Kruis 2003 for Uitgeverij Vassallucci
The partial or total reproduction of this text, in electronic form or otherwise, is consented to for non-commercial purposes,
provided that the original copyright notice and this notice are included and the source is clearly acknowledged.


Giap Digest Main Menu