Luther Blissett, cultureel terrorist

Luther Blissett is de schrijver van de roman 'Q', alleen bestaat hij niet.
Achter de naam van de zwarte voetballer gaat níét Umberto Eco schuil, zoals
wordt gefluisterd, maar een wereldwijd netwerk, een postmoderne Robin Hood
voor het informatietijdperk.
Vier Bolognese schrijvers over hún aandeel in de Blissett-mythe.

door Sander Donkers

'De waarheid zal, na zo'n lange tijd, verloren gaan in de vele waarheden en
leugens over Blissett'

'Geschiedenis is het verhaal van winnaars. Wij schrijven het verhaal van de
verliezers'

Een mooi, sober appartement in het centrum van Bologna, op een steenworp van
de overweldigende gebouwen van een van de oudste universiteiten ter wereld.
Buiten vliegen de fresco's je om de oren. Zoals elke andere dag komen hier
na het lunchuur de leden van het schrijverscollectief Wu Ming Yi bijeen.
Aardige jongens zijn het, tussen de zevenentwintig en zevenendertig jaar
oud. Goedlachs, vriendelijk en informeel. Wu Ming is Chinees voor 'geen
naam', en al maken ze geen groot geheim van hun eigen namen - Roberto Bui,
Giovanni Cattabriga, Luca Di Meo, Federico Guglielmi - ze benadrukken wel
dat die er niet toe doen. Ze weigeren pertinent gefotografeerd te worden. En
nog iets: 'Beschrijf alsjeblieft niet hoe we eruitzien. Dat is een keer
gebeurd, en we vonden het erg vervelend.'
Onder tevreden gemompel gaat een vuistdik boek van hand tot hand. Het is de
Nederlandse vertaling van Q, een politieke thriller van zevenhonderd
pagina's die zich afspeelt in de zestiende eeuw. Twee jaar geleden kwam het
boek in Italië uit, waar het werd genomineerd voor de belangrijkste
literaire prijs, de Premio Strega. Zij schreven het met zijn vieren. Maar
het omslag vermeldt als auteur: Luther Blissett.
Ze hebben van tevoren laten weten dat ze liever niet over hem spreken. Over
de inhoud van het boek, wat graag, maar niet over de auteur en diens daden.
Zij zijn níét Luther Blissett. Ze wáren hem ooit, zoals vele anderen hem
waren en nog steeds zijn. Want iedereen die het maar wil, is Luther
Blissett. Blissett is 'the Multiple'. Roberto Bui noemt hem 'een postmoderne
Robin Hood voor het informatietijdperk'.
Toen Q een succes werd, vertellen ze, ging de aandacht niet langer uit naar
Luther Blissett, maar naar wie er achter het boek school. Dat zinde hun
niet, ze wilden niet als enige geïdentificeerd worden met een collectieve
naam. Op het net verscheen een afscheidsessay. 'Ik wil (en kan) leven zonder
the Multiple,' staat daarin te lezen. En ook: 'Iedereen die in de toekomst
de naam adopteert, zal bijdragen aan de onthoofding van de voormalige
B*******s. Het Luther Blissett-project zal niet sterven vanwege onze keuze
de naam niet langer te gebruiken.' Op de laatste dag van het millennium
pleegden de schrijvers van Q een rituele zelfmoord in samoerai-stijl:
seppuku. Daarna geen woord meer over Blissett. Enter: Wu Ming.

De échte Luther Blissett speelde begin jaren tachtig enige tijd bij AC
Milan. Een zwarte Engelse voetballer, wiens naam geen vaste plaats verwierf
in de Italiaanse voetbalgeschiedenis. Ruim tien jaar later hingen er in
Noord-Italiaanse dorpjes plotseling posters met de beeltenis van een vermist
persoon. Het betrof de kunstenaar Harry Kipper, alias Luther Blissett, die
in rook was opgegaan terwijl hij, fietsend langs een uitgedokterd traject,
het woord 'ART' wilde spellen. Het tv-programma Chi l'ha visto, de
Italiaanse versie van Spoorloos, dook erbovenop. Pas een paar uur voor
uitzending kreeg de redactie argwaan, en trok het item terug. De zaak haalde
de nationale pers.
In het voorjaar van 1995 bestormde een wilde groep jongeren in Rome een
nachtbus en toverde hem om tot een mobiele discotheek. Volgens een van de
talloze versies die de ronde doen, scandeerde de groep een gezamenlijke
slogan: 'Ik ben Luther Blissett. (...) Ik zal maar één kaartje kopen, want
ik heb vele lichamen en stemmen, maar mijn naam is één: Luther.' De politie
kwam eraan te pas, er was wat duw- en trekwerk, en een agent schoot in de
lucht. Via een mobiele telefoon werd dit alles live uitgezonden op de radio,
in het programma Radio Blissett.
Zo ongeveer verliep de opmaat. Daarna ontketende Luther Blissett pas echt
zijn 'communicatieguerrilla'. Hij werd een stijl. Een anoniem hoofd dat hem
moest verpersoonlijken, kreeg als vanzelf een coole connotatie, en dook op
de meest onverwachte plaatsen op. Er verscheen een cd: Luther Blissett, the
Open Pop Star. Hij was zeer actief op het internet, er verschenen boeken van
zijn hand. De eerste, Mind Invaders, had als ondertitel: 'How to Fuck the
Media'. En precies daarmee verwierf hij de meeste bekendheid - de trickster
van de Italiaanse pers, de cultural terrorist.
Een jaar lang infiltreerde Blissett onopgemerkt de website van het Vaticaan,
en onophoudelijk voerde hij kranten en tijdschriften met fake-nieuws. Over
een satanische sekte, over een prostituee met aids die moedwillig gaatjes in
haar condooms prikte. Vooral in 1996, Blissetts 'heroïsche jaar', volgden de
grappen - in het Italiaans, lekker pesterig: beffe - elkaar in hoog tempo
op. Als de schreeuwende krantenkoppen eenmaal in de winkel lagen, liet
Blissett fijntjes weten dat hij erachter school.
Ook mooi: het Jezusbeeld dat in 1999 ontvreemd werd uit een kerk in Calabrië.
De daders lieten een briefje achter. Ze zouden het kindeke teruggeven zodra
de kerk honderd miljoen lire aan de armen schonk. Was getekend: Luther
Blissett. Op het net betuigde Blissett zijn 'onvoorwaardelijke solidariteit'
met de Calabrische Blissetts. Diverse kranten berichtten over de diefstal.
Maar heeft hij daarom ook plaatsgevonden?
Blissetts acties droegen nadrukkelijk het stempel van een linkse
tegencultuur. Zijn geschriften, soms komisch, soms grimmig, waren vaak
politiek geladen. Als een Napster van het woord verzette hij zich tegen de
praktijk van het copyright. Zijn grappen leken vooral gericht tegen
vooroordelen, heksenjachten, en de sensatiezucht van de Italiaanse media. Ze
toonden aan hoe inaccuraat die waren, en hoe eenvoudig te manipuleren. Maar
wie zat erachter?
Vittore Baroni, uitgever, rockjournalist en mail artist te Viareggio, is nauw
bij het Luther Blissett-project betrokken. Onlangs zei hij in een
radioprogramma dat de waarheid nu wel verteld kan worden, 'omdat die, na
zo'n lange tijd, toch verloren zal gaan in de vele waarheden en leugens die
over Blissett de ronde doen'. Een van Blissetts voorvaderen, vertelt Baroni,
is Monty Cantsin, een andere meervoudige identiteit die in de jaren tachtig
werd gebruikt door de zogeheten Neoïsten. Je kunt hem ook zien als een verre
nazaat van Spartacus, of Sinterklaas. Baroni zelf en de vier uit Bologna
stonden aan de basis van het project, ze waren 'ongeveer de helft' van de
aanwezigen bij een eenmalige vergadering in 1994. 'Later,' lacht Baroni,
'was het erg belangrijk dat Blissett een mol had bij het belangrijkste
Italiaanse persbureau.' Maar inmiddels heeft de mythe die hij zelf hielp
verspreiden, ook bij hem het zicht op de realiteit vervaagd. 'Bij veel
verhalen verwar ik nu de feiten. Er is niet altijd een duidelijke bron meer,
we zijn geen netwerk. En dat is nou juist het mooie.' Toch is het de laatste
tijd het stil rond Luther Blissett, geeft hij toe. 'Ach, je kunt niet
blijven doorgaan met dezelfde streken. Je moet het vernieuwen. Maar ik ga
hem niet voor eeuwig begraven. Het is zo'n fraai concept, zo open en vrij.
Blissett kan altijd weer van pas komen.'

Terug naar Q, ontegenzeggelijk het meest briljante en onverwachte konijn dat
Luther Blissett uit zijn hoed toverde. Zijn 'anonieme beroemdheid' had het
boek vanaf het begin in een waas van mysterie gehuld. En hoewel dat
natuurlijk de bedoeling was, zat het de schrijvers ook dwars. Zeker toen het
gerucht de kop opstak dat Umberto Eco, die al in een eerder stadium met
Blissett in verband was gebracht, met het boek van doen had. Bologna als
plaats van herkomst, het genre, het spel met namen - hoewel beide partijen
het hevig ontkenden (de schrijvers van Q doen Eco's huidige werk af als
'nogal saai'), bleef de roddel hardnekkig.
En dus maakten ze, half en half gedwongen door de pers, hun identiteit
bekend. Vijf jaar hadden ze aan het boek gewerkt, terwijl ze ijverden voor
het Luther Blissett-project en er daarnaast allerlei bijbaantjes op
nahielden - portier in een nachtclub, welzijnswerker, koerier, postbode.
Verveling lag op de loer. 'Nu wilden we het boek presenteren,' zegt Luca Di
Meo. 'Contact hebben met lezers.'
Een knieval is het niet, vindt Roberto Bui. 'We zijn niet op zoek naar
beroemdheid, het boek is belangrijker dan de auteur. Als je mij over tien
jaar in een stom tv-programma ziet, mag je me door mijn hoofd schieten.'
Luther Blissett was voor hen vanaf het begin een vijfjarenplan. Het doel:
doordringen tot de mainstream-cultuur, zonder te tornen aan de radicale
inhoud en principes. En dat is gelukt, vindt Bui. 'Je kunt Q lezen als puur
vermaak, maar ik denk wel dat het iets achterlaat. Als een vlieg in je oor,
zoals je in het Italiaans zegt. En op een wat hoger niveau van interpretatie
is het een handboek voor cultureel verzet.'
In een rauwe, staccato verteltrant vertelt Q het bij de lurven grijpende
verhaal van een man met vele namen, die op de bloedige slagvelden van de
vroege zestiende eeuw telkens weer vecht aan de zijde van ketters en anderen
die de wereldorde tarten - en die van zijn vijand, Q, spion van Gian Pietro
Carafa, de latere paus Paulus IV. Het springt van de boerenopstand tegen de
Duitse vorsten, via  apocalyptische taferelen in het door wederdopers
veroverde Münster, naar een vrije commune in Antwerpen en een fascinerende
dans rond een verboden boek in Italië. De roman heeft een zeer spannende
plot, en is geschreven als een analogie met het huidige Europa. De
verwijzingen zijn talrijk. Om te beginnen is de opkomst van de boekdrukkunst
en de zich snel uitbreidende macht van het geschreven woord, die als een
rode draad door het verhaal loopt, een duidelijke parallel met het internet.

Op de achtergrond schemeren de eerste serieuze oprispingen van het
grootkapitaal, in dit geval de machtige Fuggerbank, geldschieters van de
paus en Karel V. 'Het begin van de moderne tijd,' zegt Bui, 'vertoont veel
overeenkomsten met het einde ervan, de tijd waar we nu in leven. Toen lag de
macht bij de paus en de keizer van het Heilige Roomse Rijk, krachten die
door niemand gekozen waren, en nu is dat weer zo; de werkelijke macht is in
handen van instanties als het IMF en de Wereldbank - mensen op wie je niet
kunt stemmen.'
Een half jaar lang sloot het viertal zich op in bibliotheken, en ze baseerden
hun verhaal grotendeels op feiten. Alle gedaanten die de protagonist
aanneemt, hebben werkelijk bestaan, alleen verzonnen ze dat het een en
dezelfde persoon geweest moet zijn.
'Wij begonnen te schrijven waar de historicus moet ophouden. En toch geloof
ik dat het boek historische waarde heeft. In veel oude documenten doken
dezelfde namen op, soms in verband met verschillende gebeurtenissen in
verschillende landen. Ketters gebruikten vaak aliassen, dubbele
identiteiten. We gingen af op hints, aanwijzingen die voor een historicus
niet "hard" genoeg zijn, maar zonder de loop van de geschiedenis uit het oog
te verliezen. Geschiedenis vertelt een hoop dingen niet, of in een valse
vorm.
Het is het verhaal van winnaars, mensen als de paus en Luther. Wij schrijven
het verhaal van de verliezer. Winnaars vertrouwen we niet.'
Het is niet moeilijk om in het boek een metafoor te zien voor het hele Luther
Blissett-project. De hoofdpersoon schopt onophoudelijk tegen the powers that
be, vaak met behulp van het woord. Hij gaat schuil onder een gefingeerde
naam, manipuleert, infiltreert, en verdwijnt desgewenst. 'En Q is in zekere
zin ook een infiltratie,' grijnst Roberto Bui. 'Het is ons gelukt om
gepubliceerd te worden door belangrijke uitgeverijen over de hele wereld.
Zij verspreiden voor ons de Luther Blissett-mythe. Daarnaast hebben we ze
allemaal anti-copyright-clausules afgedwongen.'
Dat laatste is cruciaal in Blissetts filosofie. Zoals op de eerste pagina
staat vermeld, mag iedereen het boek reproduceren, voor persoonlijk gebruik.
Corporate sharks zullen moeten betalen, maar het boek is wel zo van het net
halen. Sterker, lachen ze: 'Je mag er een nieuw einde bij bedenken, je mag
een subplot tot een nieuw verhaal uitbouwen. Je gaat je gang maar, zolang je
er maar geen copyright op zet.'
Het viertal gaat er vanuit dat ideeën niemands eigendom zijn. 'We geloven
niet in zoiets als inspiratie, niet in de Muze, niet in originaliteit.
Ideeën zijn altijd gerecycled, ze komen altijd voort uit een gemeenschap,
uit iets wat je oppikt, op straat, aan de telefoon, waar dan ook.
Genialiteit bestaat niet, hooguit collectieve genialiteit. En daaruit volgt
dat het idee van copyright onzinnig is.'
Samen schrijven is voor hen iets vanzelfsprekends. Groot voordeel is dat er
nooit meer een writer's block in de weg zit. Nadeel is weer dat je zelfs van
een bestseller niet rijk wordt als je de opbrengst met zijn vieren moet
delen. En de praktijk? Nou gewoon; ze werkten eerst het verhaal scène voor
scène uit, als een filmscript, daarna kon iedereen op elk punt beginnen te
schrijven. Het was een eeuwig doorrazende molen van doorgestuurde emails.
Blijven praten, schaven en editen, net zolang totdat ze, zoals ze nu
beweren, niet meer wisten wie welk hoofdstuk schreef.
Het gemeenschappelijke komt terug in al hun activiteiten. Bui: 'Wat we
duidelijk wilden maken met Luther Blissett is ook de voornaamste boodschap
van Q. Ook al moet de hoofdpersoon over een berg lijken van al zijn vrienden
klimmen, niets kan hem het vertrouwen in collectieve actie ontnemen. Dat
geloven we echt. Geen nederlaag, niets. Het is moeilijk, maar het is het
waard. Individualisme is een te makkelijke oplossing.'
Het zijn geen loze woorden, naast schrijver is het viertal (inmiddels vijf)
ook fulltime activist in de global movement. Ze waren aanwezig in Praag, een
van hen liep dit jaar mee in de mars van de Zapatista's, een ander komt net
terug van een demonstratie in Quebec. Collectief en naamloos; in hun
activisme grijpt alles mooi in elkaar. 'Het Luther Blissett-project begon in
de zomer van 1994,' zegt Bui. 'Een halfjaar na de opstand van de
Zapatista's. En voor een deel is Blissett door hen geïnspireerd.
Subcommandante Marcos draagt altijd een bivakmuts, en als andere
opstandelingen er net zo een opzetten, dan zíjn ze allemaal Marcos.'
Uit de ervaringen met Blissett kwam weer een ander idee voort; dat van de
witte overalls die zij en vele anderen tijdens demonstraties dragen. Het is
een strategie, zegt Bui, om voorbij het onderscheid tussen fysiek verzet en
geweldloosheid te komen. De witte overalls hebben geen wapens, maar zijn wel
uitgerust met helmen, knie- en schouderbeschermers en gasmaskers. Arm in arm
marcheren ze de politie tegemoet. 'Het is een krachtig statement,' zegt Bui,
'dat het hopelijk lastiger maakt voor de media om de global movement af te
doen als een stel criminelen. En het is ook een statement dat veel gemeen
heeft met een collectieve naam. Want wie een witte overall aanheeft, is een
Witte Overall.'

Wu Ming begint te lijken op de 'schrijversfabriek' die de groep beoogt. Na Q
publiceerden ze alweer een nieuwe roman, Asce di Guerra, en een volgend boek
staat op stapel. Daarnaast onderhouden ze een nieuwsbrief. Want schrijven
blijft veruit het belangrijkst. 'Behoed ons voor al die boeken van
oninteressante mensen met hun autobiografisch geneuzel. Een verhaal, dat
interesseert ons, met een kop en een staart en daartussen in een conflict.
Verhalen hebben macht. Ze vertellen is een sociale noodzaak, maar ook een
politieke.
Activistische literatuur, pamfletten, programma's: ze zijn vaak slecht
geschreven en doodsaai. Je leest er ook aan af dat er geen vreugde in zit.
Wij denken dat je hetzelfde, of meer, kunt bereiken door verhalen te
vertellen. Geef voorbeelden, maak het interessanter. Entertain!'
Tijdens de Zapatour, vertelt Bui voldaan, heeft een van hen subcommandante
Marcos een Spaanse vertaling van het boek cadeau gedaan. En in de trein naar
Praag zaten tientallen activisten volledig verdiept in Q. Luther Blissett is
overal. Of bijna overal. De echte Luther Blissett werkte de laatste jaren
als hulptrainer bij Watford FC. Vorige week werd hij ontslagen door manager
Gianluca Vialli.

Boek: Luther Blisset, 'Q', Uitgeverij Wereldbibliotheek, 719 p., f49,90
Cd: 'Luther Blissett, The Open Pop Star' (WOT4 Records)
WOT4: www.wot4@wot4.net
Wu Ming: www.wumingfoundation.com
Luther Blissett: www.LutherBlissett.net